Mijn volgestouwd rekje deel 3

We bekijken mijn eerste schap eens van dichterbij. De wolken is een magisch boek dat je een blik geeft in het leven van Hugo Claus. Ik voel me steeds dichter bij de waarheid wanneer ik hierin lees. Het handschrift van Claus is intrigerend. Het lijkt alsof deze grote man me persoonlijk aanspreekt, heerlijk inspirerend.

Het evangelie volgens Jezus Christus van José Saramago is een cadeautje voor de intellectueel in mezelf. Religie is een vijfkoppig beest met een rijke geschiedenis. Saramago toont Jezus zijn levensverhaal waarin Maria Magdalena een prominente rol speelt. Magdalena vindt ik de meest boeiende en mysterieuze figuur in de geschiedenis. Ik wil haar mysterie ontrafelen, daarom kan het evangelie volgens Jezus Christus niet ontbreken in mijn volgestouwd rekje. Eerder dit jaar heb ik reeds een recensie van dit boek op deze blog gepost.

A.F.TH. Van Der Heijden is één van mijn favoriete Nederlandstalige schrijvers. Het schervengericht is onverantwoord spannend. Ik las dit boek ongeveer 5 jaar geleden. Het boek telt 1050 pagina’s en was toen voor mij als de Mount Everest. Sindsdien kies ik regelmatig een lijvig boek. Op de kaft zie je Charles Manson, een verschrikkelijk (interessant) mens. Zijn ogen piercen door je ziel en laten je niet meer los. Net zoals het boek je gedurende de hele leestijd in zijn greep zal houden, wees gewaarschuwd! (Ik heb eerder dit jaar ook een recensie geschreven van Tonio van Van Der Heijden.)

IMG_8880

Mijn volgestouwd rekje: deel 2

Ziehier mijn eerste bericht van vele over mijn boekenkast.  Als je tussen de lijnen leest zal je me zeker beter leren kennen. Want boeken brengen niet enkel een neergeschreven verhaal. Ze schetsen de persoon die hun eigenaar is.

IMG_8852

Het is duidelijk dat één naam hier dominant aanwezig is. Hugo Claus. Hij is naar mijn mening één van de grootste Vlaamse schrijvers. Ik hou ervan om boeken van hem te kopen op rommelmarkten. Wat mensen wegdoen, schandalig! Voor de één een last voor de ander een schat? Ik ben zelf meer gefascineerd door zijn gedichten dan voor bijvoorbeeld zijn romans. Zijn mysterieuze taal heeft me gebeten.

Zijn woorden klinken voor mij het beste uit de mond van Jan Decleir. Deze twee Vlaamse bergen gaan voor mij hand in hand.

scenefoto_portret2_onder_het_melkwoud_c_raymond_mallentjer

Foto van Jan Decleir in de theatervoorstelling ‘Onder het melkwoud’, het bekendste werk van Dylan Thomas, vertaald door Hugo Claus . De foto is van de site http://www.amuz.be. Deze voorstelling was betoverend. 

… We houden nog een beetje de spanning erin en verklappen nog niet meteen alles over dit schap… Blijf deze blog in de gaten houden!

Mijn volgestouwd rekje: deel 1

IMG_1644

 

Mijn droomboekenkast ziet er ongeveer zo uit. Deze kast heeft mijn broer gemaakt. Ik vind zijn werk geweldig en ben enorm trots op hem.

Een boekenkast vertelt veel over zijn eigenaar. Daarom geef ik jullie binnenkort een kijkje in mijn persoonlijke literaire wereld. Helaas is mijn boekenkast een volgestouwd rekje.

Als je meer werk van mijn broer wil zien kijk dan even op wimvanloon.be

 

Tonio- A.F.Th. Van der Heijden

images

Het schervengericht van A.F.Th. Van der Heijden is één van mijn meest favoriete boeken. Dus toen ik het lijvige boek Tonio van dezelfde schrijver in de boekenwinkel zag liggen, moest en zou ik het boek meteen in mijn handen hebben. Bij het lezen van het boek was ik me reeds aan het bedenken hoe ik over het verhaal op mijn blog ging schrijven.

Ondertussen is het reeds 4 maanden geleden dat ik de requiemroman uitgelezen heb. Waarom ik er zolang niets over geschreven heb? Ik schiet woorden tekort. Ik had het idee om deze blog te gieten in een brief gericht aan Tonio Rotenstreich Van der Heijden. Wie denk ik dat ik ben? Er is niets wat ik zou kunnen schrijven dat iets zou bijdragen tot iemand, zij het een lezer van het boek, Adri, Mirjam of zelfs Tonio. 

Later wou ik schrijven over de liefde van Van der Heijden voor zijn zoon. Maar weer stuitte ik op het stilzwijgen van mijn pen. Geen enkel woord zou ooit die liefde kunnen beschrijven. Of toch wel, al de woorden, honderden pagina’s vol, van Van der Heijden zelf. Wie denk ik dat ik ben om daar nog iets aan toe te voegen?

Tijdens het lezen word je in het verwerkingsproces van twee rouwende ouders gesmeten. Het is moeilijk om het boek in één ruk uit te lezen. Je zit zelf mee in de emotieroller-coaster. Bovendien is er niet echt een ‘spanningselement’ aanwezig. Je bent niet op zoek naar een moordenaar, er is geen verrassende ontknoping aan het eind. Tonio is gestorven en dat is de harde waarheid, dat is en blijft zo.

Langs de andere kant kan je het boek niet laten liggen. Je wordt overal bij betrokken en wilt geen moment missen. Door het observatievermogen en schrijftalen van Van Der Heijden lijkt het of je echt overal bij bent. Als je het boek zou wegleggen laat je mensen in de steek.

Naast de krop in je keel tijdens het lezen verschijnt er ook vaak genoeg een glimlach op je gezicht. Ik vond het ook zeer interessant hoe de schrijf/werkwijze van Van der Heijden besproken werd, maar ik kan me inbeelden dat niet iedereen dat bekoort. Met andere woorden Tonio is een prachtboek!

boekenparadijs (2)

Na het verlaten van het St Cross station in Londen, moet je zeker eens een kijkje gaan nemen in the British Library. Dit boekenparadijs bevindt zich in een zeer indrukwekkend gebouw, al is dit gebouw een tikkeltje te modern naar mijn smaak. Vanwege het grote aantal toeristen (zoals ik zelf) is dit niet echt een bibliotheek waar je tot rust kan komen tussen de aanwezige literaire schatten.

Er zijn een aantal delen van de bibliotheek die enkel toegang verlenen voor mensen in bezit van een ‘lezerskaart’. Op deze manier kan je als plaatselijke student of boekenliefhebber toch rustig je eigen ding doen. Naar mijn mening is dit een uitstekende (en nodige) manier om de integriteit van deze bibliotheek te beschermen. Bij mijn bezoek was er een tentoonstelling van oude documenten. Een reis van het oude testament tot teksten van de Beatles, en dit alles volledig gratis.

(Deze foto is niet van mijn hand aangezien ik mijn camera was vergeten.)

In een eerder bericht heb ik reeds geschreven over Lello in Porto. Deze zomer heb ik eindelijk een bezoek kunnen brengen aan dit pareltje. Helaas worden hoge verwachtingen vaak niet ingelost. Het gebouw was prachtig, vol ziel en verhalen om ontdekt te worden. Er was een zeer groot aanbod aan Portugese literatuur. De anderstalige boeken bleven helaas beperkt tot commerciële lucht. Er waren een aantal klassiekers zoals Romeo en Julia in pocketformaat maar het grootste deel van de aanwezige anderstalige boeken waren alles behalve ‘bevredigend’. Het aanbod reikte van boeken over tuinieren tot de playboy. Uiteraard was Lello volgestampt met toeristen. Om de vijf minuten liet een man ons weten op eentonige stem dat we geen foto’s mochten nemen. Dit is zeer normaal. Ik probeerde al de mensen om me heen uit mijn gedachten te wissen en de magie van dit gebouw in me op te nemen. ‘No pictures please’ prikte telkens weer mijn zorgvuldig opgebouwde bubbel door.

kookboeken van Piet Huysentruyt of Jeroen Meeus

Mijn les literatuursociologie is meestal niet mijn favoriete bezigheid op vrijdagnamiddag. Maar als voorbeeldige studente gaf ik ook weer deze vrijdag van 16 tot 18 uur mijn tijd aan een (iets of wat chaotische) prof.

Literatuur passioneert mij, laat mij voelen dat ik leef. Maar helaas gaat het vak ‘literatuursociologie: literaire instituties’ bitter weinig over literatuur (ook al komt dit woord twee keer in de naam van dit vak voor).

“De meeste fictieschrijvers publiceren maar één keer in de drie jaar een nieuwe titel. De opbrengst die ze hiervoor ontvangen bedraagt doorgaans 10% voor de eerste 5000 exemplaren. Als de oplage voldoende hoog is, dan ligt de gemiddelde prijs van een boek rond de 20 euro, wat een opbrengst van 2 euro betekent per boek voor de auteur.

Wil hij rond de 50 euro per dag verdienen, een minimum voor wie belastingen, huur en openbaar vervoer wil betalen, dan moet hij om en bij de 25 boeken per dag verkocht hebben. “

Dit verscheen op slide nummer 17. De chaotische prof had mijn aandacht. Ik kreeg het gevoel dat een stukje van een droom me werd afgenomen. Is dit de harde realiteit? Ik ontken niet dat ik betwijfel of dat wel de volledige waarheid is (misschien ook omdat ik het niet WIL geloven).

Ik werk in een krantenwinkel, en in deze tijd zie ik meer kookboeken van Piet Huysentruyt of Jeroen Meeus over mijn toonbank vliegen dan een boek van bijvoorbeeld Tom Lanoye of A.F.T.H. Van Der Heijden.

Nederlandstalige schrijvers moeten vechten voor hun carrière. Deels heeft dit ook te maken met de keuze van steeds meer schrijvers om hun verhalen te laten verankeren in een bepaalde regio of het kiezen van een dialecttaalgebruik. Dit maakt het moeilijk om een boek te vertalen en zo blijft het doelpubliek dus zeer klein.

Maar langs de andere kant vind ik de eigenheid en puurheid van deze schrijvers dan weer zo mooi. Ga vooral geen vertaalbare, commerciële leegheid schrijven gewoon omdat het moet.

Schrijvers vinden andere manieren om te leven van hun ‘geschrijf’.  Bijvoorbeeld het maken van columns zoals Arnon Grunberg of Herman Brusselmans dat doen.

Dit geeft me hoop. Mijn ideaalbeeld van het schrijverschap is niet zozeer veranderd. Schrijven hoor je te doen omdat het een deel van je is, omdat je iets te vertellen hebt. Ik geef toe dat de bovenstaande cijfers me hebben geschokt, maar ik blijf dromen, en de harde realiteit krijgt momenteel nog geen plaatsje in mijn toekomst.

boekenparadijs

afbeelding van Joe Aesmorga en Nuno S. Sousa

Boekenwinkel ‘ Livraria Lello’ is opgericht in 1906 en is te vinden in Porto. Mijn vriend is geboren en getogen in Porto. Helaas is hij niet een boekenliefhebber en zo ‘vergat’ hij me te wijzen op dit pareltje tijdens mijn verblijf in zijn geboortestad. Naar verluidt zou J.K. Rowling zich hebben laten inspireren door deze boekenwinkel voor haar bekende boekenreeks Harry Potter. Adres: Rua das Carmelitas 144, Porto

(  http://www.ua.ac.be/main.aspx?c=*RUUSBROEC&n=7797 , Bibliotheek van de universiteit Antwerpen)

In deze bibliotheek zal je me het meeste vinden. Maar hier zit ik niet om mijn leeshonger te stillen. Dit is namelijk mijn studieoord waarin ik mij urenlang noodgedwongen opsluit samen met mijn lotgenoten. Helaas zijn er steeds meer genoten met hetzelfde lot die mij hier vergezellen. Hoe meer zielen hoe meer vreugd? Nee. Al deze leergierige hoofden bij elkaar zorgen voor een zuurstoftekort waarmee mijn hersenen niet tevreden zijn.

http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/80/33/382.html )

Antwerpen leeft, en dat zie je in de Permeke bibliotheek. In het rijke aanbod vind je hier voor elk wat wils. Bovendien worden hier vaak fijne activiteiten, zoals lezingen, gegeven. Het gebouw ontbreekt een tikkeltje charme (als je dat al van een hoop bakstenen zou kunnen zeggen). Gelukkig wordt dit gecompenseerd door de vriendelijke glimlachen om je heen.

Open brief aan Arnon Grunberg: in de schaduw van een Intellectueel- ‘de zus van Freud’

Beste Arnon Grunberg,

Uw tentoonstelling Les vacances de monsieur Grunberg in het Foam in Amsterdam loopt zo stilaan op zijn einde. U was op zoek naar een gezin dat u zou toelaten hun reilen en zeilen op vakantie te bestuderen. U vertrok samen met Maud, Nick en hun twee zoontjes naar het Griekse Lefkas. Deze vakantie eindigde in ruzie tussen U en deze familie.

Als studente Frans deed de naam van de expositie me meteen denken aan de komedie ‘Le voyage de monsieur Perrichon’ van de 19de eeuwse schrijver Eugène Labiche, waarin een gezin op vakantie in aantal ludieke situaties belandt. Helaas had ik het niet bij het rechte eind en heeft u de naam en inspiratie ontleent aan de film ‘Les vacances de M. Hulot’ van Jacques Tati waarin er kritiek wordt geleverd op de bourgeoisie en een fascinatie voor mensenmassa wordt getoond. Zo zei u zelf dat massatoerisme de kwintessens van onze tijd is.

Een familie gaat op vakantie om te ontsnappen aan de sleur van alledag. Het is inderdaad interessant om het gezinsleven te bestuderen in een andere situatie. Maar om een dergelijke studie te rechtvaardigen is het naar mijn mening essentieel om het gezin ook te observeren in het dagdagelijkse leven. Daarenboven lijkt het mij noodzakelijk, voordat u uw conclusies trekt, meerdere gezinnen op te nemen in het project zodat u nadien de verschillende bemerkingen kan vergelijken.

Koen Kleijn heeft zijn bedenkingen bij uw tentoonstelling neerschreven in de groene Amsterdammer: ‘Bij de opening in Foam werd gemeld dat het hem ging om ‘het doorbreken van een reëel bestaand isolement’, waarvan ik aannam dat het de barrière tussen de intellectueel en het volk betrof. Het lijkt mij dat wie zo’n barrière benoemt, gedoemd is haar niet te kunnen overwinnen. Voor zo iemand zal die glazen wand tussen hem en hun er altijd zijn, ook als-ie er niet is.’1

De zus van Freud, een roman van Goce Smilevski, maakt psycho-analyse, iets wat gereserveerd lijkt voor de intellectuelen van de samenleving, toegankelijk voor ‘het volk’.

Weinig lezers zullen geneigd zijn te kiezen voor een filosofisch werk aangezien filosofie niet meteen een onderwerp is dat iedereen aanspreekt. Maar door de moeilijke leer van Sigmund Freud in een ontroerende roman te gieten, denk ik dat Goce Smilevski er in zal slagen een groot publiek aan te spreken.

Freud beschikte over de mogelijkheid om mensen een uitreisvisum te geven. De lijst telde 16 namen waaronder de dochters van Freud, zijn dokter en zelfs zijn hond. Maar hij achtte het niet nodig zijn vier zussen op deze levensreddende lijst te zetten ‘Als jullie hadden moeten gaan, had ik zeker aan jullie gedacht. Maar dit is tijdelijk.2‘Het eerste hoofdstuk vertelt hoe de zussen van Freud worden opgepakt door de nazi’s en naar een concentratiekamp worden gebracht. Adolphina, de zus vanuit wiens standpunt we de roman lezen, ontmoet Ottla Kafka, de zus van Franz Kafka, in een concentratiekamp. We zijn getuige van aangrijpende gesprekken over het geheugenverlies van Ottla. Het eerste hoofdstuk grijpt je bij de keel, de gesprekken blijven door je hoofd dwalen. Nadien wordt er vaak te lang stilgestaan bij de ideeën van Freud, gaande van het oedipuscomplex tot en met de droomanalyse. Uiteraard waren er nog andere boeiende en ontroerende hoofdstukken. Maar de belovende start van het eerste deel werd niet meer geëvenaard, de lezer blijft op zijn honger zitten.

‘Sociologie is de studie van het menselijke, sociale leven, van menselijke groepen en maatschappijen. Het is een overweldigende en dwingende onderneming omdat het over ons eigen handelen als sociale wezens gaat.’3 Na het lezen van dit citaat van Anthony Giddens vroeg ik mij af waarom Freud niet alles in werking stelde om voor zijn zussen ook een uitreisvisum te verkrijgen. Zelfs wanneer zijn zussen duidelijk in gevaar waren, hield hij de boot af. Freud verheerlijkte steeds de Duitse cultuur. Is hij door zijn fascinatie tot een andere menselijke groep gaan behoren dan zijn zussen, zijn eigen vlees en bloed? Heeft de Duitse maatschappij zoveel invloed op hem gehad dat hij blind werd voor het dreigende gevaar?

In het boek wordt de menselijke kant achter de legende ‘Sigmund Freud’ verteld, we lezen hoe hij opgroeit tot deze legende. En net daarom lijkt het mij onwaarschijnlijk dat hij bewust de keuze heeft gemaakt om zijn zussen een ongewisse dood in te sturen. Uiteraard ervaart men sowieso de invloed van de omringende maatschappij, maar in het boek zijn we getuige van een moeilijke en toch liefdevolle broer-zus-relatie. Wat heeft dan tot die keuze van Freud geleid? Helaas vinden we in de roman niet echt een antwoord op deze vraag, hetgeen hoogstwaarschijnlijk een bewuste keuze van de schrijver is die echter door menig lezer betreurd zal worden.

‘Here is a novel that uses post-modern tricks, without falling for any of the (massive, yawning) post-modern pitfalls.’4 Dit is wat Damian Kelleher schreef over de roman ‘Gesprekken met Spinoza’ van Smilevski. Wat Kelleher hier zegt, is zeker ook van toepassing op ‘De zus van Freaud’. Één van deze ‘trucs’ waarover hier gesproken wordt, vinden we terug in het laatste hoofdstuk van ‘De zus van Freud’. Adolphine staat samen met haar zus op het punt te sterven in een gaskamer. Ze herinnert zich haar leven en zegt: ‘Dat zal de dood zijn Deze vergetelheid Ik zal vergeten’5 De auteur gebruikt nergens in dit hoofdstuk leestekens waardoor we volledig meegesleurd worden in de gedachtegang van Adolphine.

Goce Smilevski … de naam van de auteur proeft als een exotische reis. Evenzo voert dit boek je mee van Venetië naar modelstad Theresienstadt, van een indrukwekkend landhuis naar een psychiatrische instelling. De schrijfstijl van Smilevski is meeslepend, hij troont je mee naar zijn wereld. Dat ‘De zus van Freud’ zeker een groot publiek aanspreekt, bewijst de toekenning van de literatuurprijs van de Europese Unie in 2010. De winnende boeken worden met voorrang ondersteund voor literaire vertalingen. Zo werd ‘De zus van Freud’ vertaald in meer dan twintig talen.

Laten we deze brief afsluiten met de woorden van Goce Smilevski zelf: “ Een boek heeft verschillende levens, die alle beginnen in de handen van de lezer. Het doel van de literatuurprijs van de Europese Unie is de verspreiding van Europese literatuur te bevorderen, en het is mij dan ook een eer en een genoegen deze prijs te winnen: een eer, omdat mijn roman “De zus van Freud” hierdoor een plaats krijgt tussen andere hedendaagse Europese literaire werken, en een genoegen, omdat het mijn roman helpt een leven te beginnen in verschillende talen, met lezers uit verschillende landen en culturen.”6

Ik kan iedereen aanraden dit boek te lezen dus ook zeker u monsieur Grunberg want Adolphine Freud had zeker een (gezins)leven waardig om te bestuderen.

Hartelijke groet,

Iris

 Koen Kleijn, ‘ Nick en Arnon’, De groene Amsterdammer, 16 februari 2012

2 Goce Smilevski, de zus van Freud 2012 Amsterdam (pagina 14)

3 Slide nummer 5- les literatuursociologie: literaire instituties- 17 februari

4 Damian Kelleher, Literary reviews and essays, 2009, Australië

5 Goce Smilevski, De zus van Freud, 2012, Amsterdam (pagina 249)

6 Goce Smilevski, ‘winnaars van de EU-literatuurprijs 2010 gehuldigd tijdens prijsuitreiking’, europa.eu press release, Brussel, 2010